Versnelling naar volledige circulariteit

Versnelling naar volledige circulariteit

De bouwsector blijft sterk afhankelijk van primaire, niet-hernieuwbare materialen. Dat zorgty voor hoge materiaalgebonden emissies, zoals beschreven in Op weg naar CO2-neutraal. Het Forum Circulair Bouwen op de Klimaattop GO 2024 belichtte de urgente noodzaak om de gebouwde omgeving in Nederland te verduurzamen, met als doel volledige circulariteit in 2050.

De sprekers benoemen de belangrijkste obstakels voor circulair bouwen:

  • Verschillende definities: Bedrijven en overheden ervaren verwarring door uiteenlopende definities. Een fabrikant in verfsystemen loopt bijvoorbeeld aan tegen onduidelijke definities. Wethouder Noël Vergunst (Nijmegen) pleit voor een geharmoniseerde aanpak ondersteund door de rijksoverheid. Momenteel werken ze samen met bedrijven en stellen ze vast dat de beste methodes nog niet vaststaan. Het helpt als regio's met een kritische massa afspraken maken over verwachtingen bij opdrachten. Het belangrijkste uitgangspunt blijft: zo min mogelijk primaire nieuwe grondstoffen toevoegen en anders herbruikbare materialen gebruiken.
  • Gebrek aan bewustwording en standaarden: Dennis Duffels (VBI) en Jim Teunizen (Alba Concepts) wijzen op onvoldoende kennis over circulariteit, wat de adoptie vertraagt. Jim stelt dat Het Nieuwe Normaal alleen effectief is als het breed wordt omarmd. Dit framework biedt verschillende KPI's (materiaalverbruik, waterverbruik, energie) om op te sturen.
  • Verantwoordelijkheid: De vraag wie circulariteit moet versnellen – de overheid, opdrachtgevers of bouwbedrijven – blijft open. Dennis wijst op het belang van regelgeving, terwijl anderen aangeven dat bedrijven zelf circulaire waarden kunnen en moeten integreren.

Hergebruik versus biobased materialen

De discussie richt zich op de balans tussen hergebruik en biobased materialen. Deelnemers benadrukken dat beide waardevol en complementair zijn, maar dat biobased materialen ook herbruikbaar moeten zijn. Vergunst stelt dat hergebruik prioriteit heeft vanwege de lagere milieu-impact. Thomas Wellink (RVO) geeft aan dat een mix van beide, afhankelijk van het project, het meest effectief is. Momenteel is slechts 1-3 procent biobased, en dat percentage moet groeien. Op korte termijn moeten dus ook kansen van laaghangend fruit benut worden en bestaande materialen verduurzaamd.

Een voorbeeld uit het publiek komt van de gemeente Doetinchem, waar in een project 72 procent van de bouw biobased gebeurde, maar dit ten koste ging van hergebruik. Dit benadrukt het belang van sturen op circulariteit en het bieden van vrijheid aan de markt om te kiezen tussen hergebruikte of biobased materialen.

Aanbevelingen

Het forum concludeert dat experimenten nodig zijn om effectieve circulaire oplossingen te ontwikkelen. De aanbevelingen zijn:

  • Uniforme definities en meetmethoden: overheid en bedrijfsleven moeten samen duidelijke criteria ontwikkelen om verwarring te voorkomen. Tijd en experimenteren zijn nodig om tot preciezere definities te komen.
  • Regelgeving voor duurzaamheid: verplichte regelgeving moet circulair bouwen stimuleren, vooral bij nieuwbouw.
  • Lokale proeftuinen: gemeenten zoals Nijmegen dienen als testlocaties voor landelijke toepassing.
  • Gebruik van het Nieuwe Normaal-Raamwerk: dit raamwerk biedt structuur voor het meten van milieu-impact en bevordert circulariteit.
  • Gedeelde verantwoordelijkheid: overheid, opdrachtgevers, bouwers en toeleveranciers moeten allemaal bijdragen. Inzicht en meetbaarheid motiveren bedrijven om circulaire keuzes te maken.

Conclusie

Het Forum Circulair Bouwen toont aan dat de sector kennis en intenties heeft, maar om de doelen voor 2030 en 2050 te bereiken, zijn duidelijke definities, meetbare richtlijnen en samenwerking cruciaal. Overheid en bedrijfsleven moeten samenwerken en experimenteren om tot schaalbare, circulaire bouwmethoden te komen.

Meer verslagen over de Klimaattop GO lees je op de website

permalink

Naar het overzicht

Meer Laatste nieuws over Klimaattop GO

Terug naar boven